Fontgrootte: +

Eind goed, al goed


Door Margriet Lieftink

We waren net verhuisd naar Oisterwijk. Mijn man was in het buitenland voor zijn werk en ik zat 's-avonds nog even te genieten van het zonnetje, toen onze kat Puck razendsnel de boom instoof om een duif te vangen (ze miste nèt). Daarna sprong ze vanuit de boom op het platte dak van de keuken. En ja hoor, ze durfde er natuurlijk niet meer af. Er volgden een paar benauwde uren waarin ik verwoed probeerde haar naar beneden te krijgen, wankelend op een veel te klein trapje. Puck blèrde aan één stuk door, maar dook steeds weg als ik haar bijna te pakken had. Gefrustreerd en veel te laat ging ik tenslotte naar bed, maar deed de hele nacht geen oog dicht door al dat kattengejank. 

De volgende ochtend (vrijdag) stormde het en striemde de regen tegen de ruiten. Inwendig vloekend zette ik een container naast de open keukendeur, zodat ze trapsgewijs zou kunnen afdalen, maar ze krijste drijfnat dat alles veel te eng was. Noodgedwongen vertrok ik uiteindelijk naar mijn werk, zoals altijd te voet, theatraal nageloeid door Puck. Prima akoestiek op dat Kerkplein en ze was ook duidelijk zichtbaar, dus alle voorbijgangers keken me verwijtend aan.

Toen ik 's avonds terugkwam zat ze er nog steeds. Wat te doen? Na eerst het 'geen spoed, wel politie' nummer gedraaid te hebben en twintig minuten lang te horen dat er één gesprek vóor mij was, werd ik het zat en belde 112. Dat hielp: een kwartiertje later stopte een brandweerwagen met vijf mannen en een vrouw voor de deur. Snel werd een ladder uitgeschoven, en terwijl de commandant mij aan de praat hield, spoot zijn collega Puck voortvarend van het dak af. Vanuit mijn ooghoek zag ik haar met een enorme boog in de tuin belanden, waar ze zich gauw verstopte. Aardige mensen, ze reden vrolijk zwaaiend weer weg. Verfomfaaid en schor van het blèren kwam Puck eindelijk binnen. Ik had verwacht dat ze zich op haar etensbak zou storten, ze had tenslotte ruim vierentwintig uur niets gegeten en het is nogal een hongerlap. Maar madam ging eerst tweemaal uitgebreid op de - uiteraard net geheel verschoonde - kattenbak. Ja, want op zo'n dak zit je zo te kijk hè.

De bewoners van het instituut naast ons vonden het wel een leuk verzetje. Maar ik ben maar eens vroeg naar bed gegaan...

Bibliotheektrapje
Jorg Renders; De brandweer als tweede familie