By Ruud Thijssen on vrijdag 15 april 2022
Category: Column

Garus'...brengt hoop op geluk

Door Mieke Hendrikx-Blankers

'Na zes weken Bali was het even 'landen' in ons kikkerlandje. Maar je teert nog heerlijk na op zo'n fantastische tijd. De lichaamsaccu door zonne-energie flink opgeladen en de vele herinneringen nog scherp op het netvlies.

Overstelpt na de warme ontvangst van zowel dochterlief als de Balinezen bezochten we alles wat onze interesse had. Bali kent nog vier traditionele dorpen waarvan een op de Werelderfgoedlijst omdat daar eeuwenlang een bijzonder ritueel in stand wordt gehouden. De doden worden niet begraven of gecremeerd maar gewoon naast elkaar neergelegd met wat bamboestokken in tentvorm erboven. Wij bezochten dit bijzonder fenomeen per boot en werden direct geconfronteerd met de vele schedels die naast de 'graven' in rijen waren opgesteld. De nog recente dode lichamen waren deels zichtbaar, een speciale boom die een bijzondere fijne geur verspreidde camoufleerde de ontbindingsstank volledig. Bij een ander authentiek dorpje hanteerde men nog de oude traditie dat na de geboorte de placenta in een kokosnoot met draad in het bos werd gehangen. Wanneer die na een tijd doorbrak was die 'symbolische loslating' reden voor een ceremonie. We constateerden dat er veel baby's waren geboren.

Het eiland is niet groot maar door hoogteverschillen, smalle slingerende weggetjes en jungle doorkruis je het niet even. Vanuit tien zeer diverse overnachtingslocaties bezochten we steeds een ander gebied. Opstaan om 05.00 uur in de ochtend om na een 'hike' zonsopkomst te aanschouwen tegen de achtergrond van de vulkanen 'Mount Agung en Batur' is een adembenemende ervaring. Ook het zwemmen met imponerende manta roggen vanaf het naastgelegen eiland Nusa Penida is een waar avontuur evenals een snorkeltrip naar Mangrove Point in de Indische Oceaan. We werden werkelijk 'blown away' door zoveel natuurpracht met z'n drietjes te mogen delen.

Aangezien je Bali toen enkel met een speciaal visum kon bezoeken waren er nauwelijks toeristen. Prettig voor ons - we werden steeds bijna koninklijk onthaald - maar triest voor de Balinezen. Vijfenzestig procent is toerisme-afhankelijk maar het land was twee jaar nagenoeg gesloten, zonder overheidssteun. Bij een souvenir-aankoop in een van de vele kraampjes hanteerde men een speciaal gebruik. Als eerste klanten van die dag sloegen ze al dansend met onze biljetten op hun koopwaar, roepend 'garus, garus'. Dat betekent 'jij hebt geluk gebracht' en dat is hoopvol voor een succesvolle dag. Bij thuiskomst ontvingen we een warm bericht van onze gids: 'Veel dank, jullie waren mijn 'garus'.