By Super User on maandag 20 september 2021
Category: Column

Gewoon doorgaan

Auto, aanhanger, trampoline, diverse attributen en vooral veel fietsen. Twee poezen spelen op de rand van de schutting en het grote zwembad. Een derde heeft een rustig onderkomen samen met drie kittens in de computerkast. 'Tegeltjeswijsheden' zowel buiten als binnen. De tekst maakt duidelijk dat hier een gastvrij gezin woont met een groot gevoel voor humor. Op een naambordje in de achtertuin staat: 't Schrijnplein'. Dan hoef je in Casteren bijna niemand meer uit te leggen wie hier woont. Bij Narris Gijsbers is iedereen welkom.

Door Gerjan Roefs - Legius

"Op 23 maart 1974 ben ik in St. Jozefziekenhuis geboren", begint Narris zijn levensverhaal. "Ze kwamen er al snel achter dat ik een aangeboren hartafwijking had." Binnen een jaar moest hij noodgedwongen geopereerd worden. Op vijfjarige leeftijd werd een varkensklep in zijn hart geplaatst. "Artsen zijn dat in Amerika speciaal gaan leren", zei ons mam. Die drijvende kracht én de kracht in mijn lichaam heb ik aan haar te danken. Zij nam me mee naar Platella, de zwemclub. Als het warm weer was, stond ons mam dan bij school klaar om me mee te nemen naar het zwembad, om af te koelen. Uiteindelijk ben ik er wat overheen gegroeid. Toen ze zag 'hij redt het wel', is ze weer gaan werken." Toen Narris ongeveer twintig jaar was, inmiddels voorzien van een donorklep, kreeg hij er nog eens (klassieke) reuma bij. Toont zijn elleboog: "'Ziede da?' Die vergroeiingen en de vele ontstekingen maakten het niet altijd gemakkelijk." Narris kwam terecht in de elektro (straatverlichting) bij Spitters. Dit heeft hij met ontzettend veel passie en plezier gedaan.

Gezin
Tussendoor schetst Narris hoe hij Ingrid heeft leren kennen. "In de Europaclub via de spiegel." Daar sloeg de vonk over. "Ik zat daar met mijn kameraad Hugo aan de bar. We verzamelden altijd van die Grolschbeugels zodat we naderhand konden zien 'hoeveul' we hadden gedronken." Dankzij Ingrid ging hij meer praten, zich meer uiten en werd wat minder terughoudend. Inmiddels hebben ze vier gezonde jongens van tien tot negentien jaar, twee 'stuiterballen': Pieter en Roy en twee stoere 'oudere jongemannen': Luuk en Joeri. "Ik kan blijkbaar 'gin' meiden 'maoken'", ginnegapt Narris.

Op 't randje
In 2017 gaat het ineens mis. Narris: "Ik liep als een Charley Chaplin, alles 'dee' zeer. Ik kreeg Prednison om de pijn te onderdrukken." Maar de balans vinden tussen zijn hartproblemen en reuma blijkt moeilijk. Door die Prednison heeft het hart een opdoffer gekregen en de reuma blijft ook actief. Inmiddels is hij duurzaam afgekeurd zoals dat heet. "Ik mag vrijwilligerswerk doen, als ik kan. Die voetbal (jeugdleider, jeugdbestuur, vliegende keep) tja, dat is zijn vijfde kindje", zegt Ingrid lachend. Laatst, na een bezoek aan het sportpark ging het weer wat bergafwaarts. Narris moest uiteindelijk hals over kop naar Nijmegen waar het Endocardites bleek te zijn. Ingrid: "Een bacterie vestigt zich dan op de hartklep en dan ga je googlen hè. De eerste dagen had ie het gevoel van 'ik ga dood'. Maar de antibiotica sloeg aan." Na twaalf dagen in Nijmegen mocht hij dankzij een priklijn met infuus naar huis. Na zeven weken mocht de antibiotica eraf. Twee dagen later kreeg Narris weer pijn en koorts. Dat bleek een longembolie! Weer een opname van elf dagen. "Pieter en Roy wilden maar één ding in de vakantie. Zwemmen met papa." En dat is gelukt! "Nou ga ik ook weer met het clubke van maandagavond zwemmen."

Zo vader zo (klein)zoon
"Ons pap gaf nooit op. Dat hebben we van hem. Ook niet toen hij ziek was. Gewoon doorgaan. Zo ook de jongens, alle vier heel verschillend maar trots op allemaal. Fijn als men zegt, dat ze zo sociaal zijn. Altijd zwaaien. Dank je wel zeggen als ze wat krijgen. Zichzelf mogen zijn, verantwoordelijkheid nemen, 'da' vinden wij belangrijk." Als Narris zijn moeder bezoekt, zegt ze: "Hij moest doodgaan, maar hij 'dee' het 'nie en kèkt' wat er toch van 'geworre' is!"