By Thea Houbraken on vrijdag 15 januari 2021
Category: Column

Ingeruild

In het begin had ik er nog niet zo'n erg in. Maar op een gegeven moment kreeg ik argwaan. Manlief was naar iets op zoek, via zijn tablet. Later ving ik flarden op van een gesprek tussen hem en zijn kameraad. Ik spitste mijn oren. Ik hoorde: "Ik heb haar al zo lang, ik zoek iets wat jonger is. Met deze kan je nergens meer komen. Straks komt er iets aan en dan moet ik snel vervanging zoeken. Nu ben ik nog een beetje flexibel." Waarop zijn kameraad antwoordde: "Dan heb je eindelijk iets waar je blij van wordt."

Ik wist niet wat ik hoorde. We zijn inderdaad al lang samen. Al bijna 40 jaar waarvan 33 jaren getrouwd. Maar dat ie toe was, aan iets wat jonger is, dat had ik niet verwacht. Okay, er begint inderdaad hier en daar wat te haperen. Toch probeer ik er nog leuk uit te zien. Voor coronatijd gingen we nog regelmatig stappen. Ik had niet echt het idee, als we ergens binnenkwamen, dat hij zich voor mij schaamde. Laat staan dat je met mij nergens kunt komen. Twee keer op zijn minst. De tweede keer om je excuses aan te bieden, zeggen ze toch? Van afnemende blijdschap, heb ik ook niks gemerkt.

Alles eens rustig overdacht, knoopte ik het gesprek aan. Hij ontkende niet eens. "Luister", zei hij. "We hebben veel plezier gehad. En 13 jaar geleden keek ik er heel anders tegenaan. We hebben samen zoveel meegemaakt. Dadelijk gebeurt er iets, en dan moet ik in de haast op zoek naar een andere." Verward dacht ik, een andere, niet een ander? Manlief praatte verder: "Ik wilde altijd heel graag één keer in mijn leven een bepaald merk auto rijden, met bepaalde opties. Dus zoek ik al heel lang, en nu heb ik er één gevonden. Het is een auto met een lage instap. Als we deze weer dertien jaar rijden, dan moeten we wellicht aan een auto met hoge instap. Deze oude diesel mag veel steden niet meer in." Ik voelde opluchting, het ging niet om mij.

Inmiddels is ie gearriveerd. Manlief is blij, samen staan ze te glimmen. Het is een witte. 'Met een witte blijf je zitten'. Komt goed uit, dacht ik, want door de lockdown heb ik een enorme uitgroei. Helaas voor mij, blijkt, dat deze slogan tegenwoordig niet meer opgaat.