By Super User on donderdag 17 november 2022
Category: Column

Joep van Alphen; De uitdaging boulderen

Haarense Joep van Alphen (33) is in het dagelijks leven boomverzorger bij een groen aannemersbedrijf. Hij is gewend om op grote hoogte, al dan niet vanuit een hoogwerker, veilig te werken of te klimmen. Zijn werk stond aan het begin van zijn hobby, namelijk de klimsport. Joep beoefent de vrij onbekende maar in opkomst zijnde sport boulderen.
Door Anita van Dooren

Bij binnenkomst in de ruimte van de klimhal van Block13 in Tilburg, gebaart een jongeman met een bos donkerblonde krullen ter herkenning. Het is zaterdagochtend en Joep heeft na een intensieve werkweek tijd vrij kunnen maken voor zijn liefhebberij. Vanaf de loungebank in de klimhal en achter het genot van een kop koffie vertelt hij: "Boulderen lijkt veel op wandklimmen. Omdat ik het verschil met wandklimmen duidelijk wilde maken, vond ik het handiger om dat ter plekke te laten zien. Boulderen is korter van duur en vaak technisch uitdagender. Je mag alleen gebruikmaken van dezelfde kleuren grepen, waardoor elke route een eigen 'puzzel' is. Je hebt het pas gehaald als je boven bent en de finish stabiel aan kunt raken. De uitdaging zit hem in het niveau van de route die je volgt. Er is een systeem dat in heel Nederland hetzelfde is. De makkelijkste route is 3 en 7C is het moeilijkste. Voor boulderen wordt geen touw of een andere vorm van zekering gebruikt, enkel een valmat. Bij wandklimmen word je wel via een touw gezekerd."

De uitdaging
De sport waaraan Joep na een tip van vrienden in 2017 begon, is relatief onbekend. De jongere generatie weet soms waar het om gaat. Sinds vorig jaar is sportklimmen een officiële Olympische sport. Dit is onderverdeeld in losse disciplines lead, boulderen en speedklimmen. Joep vertelt: " Ik heb een drukke werkweek, dat kost me veel energie. Eerder sportte ik drie keer per week. Op mijn top zat ik op niveau 7A en haalde ooit wel eens 7B. Dat is het minimale niveau dat je moet halen om je in te mogen schrijven voor de kwalificaties van de Nederlandse Kampioenschappen." Op de vraag wat het boulderen aantrekkelijk maakt voor de sporter reageert hij lachend: "Het is ook een soort van denksport. Het gaat om techniek en kracht. Er staat nergens beschreven wat de efficiëntste methode is om een route te halen. Ik ben 1,87 m en de spanwijdte van mijn armen is twee meter. Hierdoor heb ik een 'apenfactor' van +13 cm en daardoor meer bereik met mijn armen dan gemiddeld. Een vriend van mij is kleiner en klimt op hetzelfde niveau. Hij moet dus extra stappen maken maar hij is lichter, dat is zijn voordeel. Ik ben dan weer zwaarder. Iedereen moet op zijn eigen manier uitvinden hoe hij het beste resultaat bereikt, dat vind ik mooi. Mijn zusje is ook vrij fanatiek. Wat ik met kracht bereik, bereikt zij met techniek."

Het sociale aspect
Joep geeft aan dat het voordeel van de sport is dat wanneer hij besluit te gaan trainen dat hij zelf zijn tijd kan bepalen. "Je hoeft dit niet in teamverband te doen. Toch vind ik het creatieve en het sociale aspect belangrijk. Ik vind het leuk om elkaar tips te geven hoe je een route het beste aan kunt pakken. Elkaar aanmoedigen en juichen als je na inspanning je doel bereikt. Dat is toch mooi! Met een groep mensen die ik hier heb leren kennen, zijn we in Frankrijk in Fontainebleu wezen klimmen. Het buiten klimmen is geweldig, maar is niet zonder risico. Je hangt aan stenen, en daaronder leg je je matje op vaak oneffen ondergrond. Door een ongelukkigeval viel ik half met mijn voet op het matje en verzwikte ik daar mijn voet al op de eerste dag." In de boulderhal zijn de risico's een heel stuk kleiner, maar mogen kinderen voor hun veiligheid en anderen vanaf 8 jaar begeleidt klimmen en pas vanaf 12 jaar zelfstandig.