Mayuri en Kiran Rao, een jonge expat-familie uit India
Meertalig
"We komen allebei uit India, maar uit hele andere delen. We spreken allebei onze dialecten en daarnaast onze nationale taal, het Hindi en uiteraard Engels. We wonen inmiddels alweer twaalf jaar in Nederland en we kunnen het Nederlands redelijk begrijpen. Onze kinderen spreken ook Nederlands tegen ons. Dat leren ze op het kinderdagverblijf." Ook de buren helpen, want de dochtertjes Juul en Pien lopen regelmatig binnen om met de kinderen spelen. Mayuri voegt daaraan toe: "Binnenkort gaat Pranav naar school. Ik weet zeker dat de taalontwikkeling dan nog sneller zal gaan."
Dorpsleven
Veel expat-families willen in grote steden wonen vanwege de international lifestyle. Kiran en Mayuri wisten dat ze in een dorp wilden wonen. Kiran vertelt: "Ik groeide op in een grote stad, Banaglore waar grote drukte is, met veel verkeersproblemen. Iedere zomer gingen we naar het dorp van mijn moeder. Ik hield van de rust en de vrijheid. Zoals hier in Steensel. De mensen zijn erg vriendelijk hier. Ik merkte dat vooral toen we voor het eerst op school waren. Het voelde het alsof iedereen ons al kende."
Familie op afstand
Normaal gesproken vliegt de familie één keer per jaar naar India om vrienden en familie te bezoeken. Ze zijn gewend om te reizen. Dat komt mede door Mayuri's vader, die altijd bij de Indan Railway heeft gewerkt, de grootste werkgever ter wereld met anderhalf miljoen werknemers. Mayuri vertelt wat dat voor haar betekende: "Iedere drie of vier jaar moesten we verhuizen in India. Ik kan me snel aanpassen een nieuwe omgevingen. Dat is handig in het leven." Kiran gaat verder: "Maar nu met Covid-19 is de situatie heel anders. Onze ouders kunnen niet op bezoek komen. We maken ons zorgen want in India verspreid het virus zich snel, reizen is nu niet veilig." Wanneer wij vragen of ze soms spijt hebben antwoorden ze: "We keken elkaar aan en dachten, Steensel, waarom niet? Van die keuze hebben we nog geen moment spijt gehad."