Het had wat voeten in aarde, maar nu is het zover: de nieuwe donorwet is een feit. Zelf ben ik al sinds mijn puberjaren orgaandonor. 'Donor Codicil' stond er in grote witte letters op het kleine, rode mapje, dat ik altijd bij me droeg. En toen dit documentje met het tellen van de jaren de eerste scheurtjes vertoonde, heb ik het zelfs zorgvuldig geplastificeerd zodat het leesbaar zou blijven.
Gevoed door spannende films en een rijke fantasie, moet ik toegeven dat ik me echt even heb afgevraagd of ik dit wel moest doen. Stel je toch eens voor dat ik 'slechts' schijndood ben? Of dat er zo'n nood aan mijn organen was, dat ze me lieten doodgaan in plaats van mij te redden? Toen al die angst de kop was ingedrukt, vond ik het een prachtig idee om na mijn dood nog anderen te kunnen helpen. Misschien redde ik wel het doodzieke kind van bezorgde ouders? Of een vader of een moeder die al jaren gedialyseerd werd en steeds harder achteruitging. Veel te jong nog om het gezin achter te laten. Een broer of zus die, na jaren van onzekerheid, met een donorlong nog een kans kreeg op beterschap. Met mijn 'briefje' zou ik het verschil tussen leven en dood voor iemand kunnen zijn. Waarom zou ik daarover twijfelen? Zeker met de wetenschap dat ik zélf ook ooit een orgaandonor nodig kan hebben.
Nog geen dertig was ik, toen het noodlot in mijn eigen vriendenkring toesloeg en een goede vriendin zou overlijden als ze geen donorhart kreeg. De wachtlijst dapper en vol geduld getrotseerd, kon ze maar net op tijd geholpen worden. Ik kan het me nog helder voor de geest halen; het telefoontje dat zij zwaar verzwakt en met spoed onderweg was naar de operatiekamer, op weg naar haar nieuwe hart. Gelukstranen rolden over mijn wangen. Het was de dankbaarheid die overheerste, helemaal toen ik hoorde dat deze levensreddende operatie succesvol was uitgevoerd. Het heeft ongelooflijk veel indruk op mij gemaakt en wat ben ik blij dat zij nu nog altijd in ons midden is.
Voor mij wederom een overtuigende bevestiging dat het goed is dat ik orgaandonor ben. Ik vind het echt prima dat alles wat na mijn dood nog enigszins werkt, wordt hergebruikt. Veel plezier ermee, zou ik zeggen. Al hoop ik dat ik er eerst nog lange tijd zelf van mag genieten.