Antse Meylaers

Antse komt uit België en geeft nu les aan de basisschool in Eersel. Ze vertelt over hoe ze het ervaart om les te geven in Nederland.

Antse Meylaers is 25 jaar oud en komt uit Hechtel, België. In haar vrije tijd gaat ze graag motorrijden met haar vriend en is ze leiding bij de Belgische scouting, genaamd KSA. In Eersel op de basisschool geeft ze les aan groep 6.

Door Felicia Houbraken

Loopbaan
Antse studeerde aan de hogeschool PXL in Hasselt, België. Daar koos ze voor de studie 'Leerkracht lager onderwijs', waar ze alles leerde wat nodig is om les te geven aan basisschoolkinderen. "Je leert hoe je duidelijke instructies geeft, hoe je zorgt dat kinderen de einddoelen behalen en hoe je dingen overbrengt." Ook leerde ze over het psychologische aspect, zoals hoe kinderen denken. Hoewel ze eerst overwoog om kinderpsycholoog te worden, is ze blij met haar keuze om leerkracht te zijn. Al in haar eerste jaar merkte ze dat dit de juiste weg voor haar was.

Lesgeven
Antse geniet van lesgeven, maar het is niet altijd eenvoudig. Het moeilijkste is kinderen motiveren voor iets waar ze geen zin in hebben en soms is de communicatie met ouders frustrerend. "Wanneer ik de ouders inlicht over iets en zij me niet geloven of niet begrijpen." Toch haalt ze voldoening uit het omzetten van saaie onderwerpen in leuke lessen. Ze gebruikt spelvormen en beweging in de lessen. Als leerkracht fungeert ze ook als vertrouwenspersoon voor de kinderen. "Ik vind het fijn dat ik hun het vertrouwen kan geven waardoor ze naar mij komen als er iets is, ook als het niets met school te maken heeft en dat ik hun dan advies kan geven of kan helpen." Voor Antse is het succesvol als kinderen graag naar school gaan, vooral omdat ze zelf vroeger niet graag ging.

Voorbereiding
In augustus begint het nieuwe schooljaar en een goede start is essentieel. Antse hecht veel waarde aan een goede overdracht. "Het is toch altijd weer anders, met een nieuwe juf of meester. Dus het is altijd even zoeken." Zo kan ze zich goed voorbereiden op de kinderen in haar klas. Het leukste deel van de voorbereiding vindt ze het klaarmaken van haar klaslokaal. "Zorgen dat mijn klas helemaal in orde is, zorgen dat alles netjes opgeruimd is, dat vind ik wel satisfying", lacht Antse. Ze bereidt ook materialen vooraf voor, zodat ze later niet hoeft te haasten. Tijdens de 'gouden weken' krijgen juffen en meesters de kans om de klas te leren kennen. Antse knutselt in het begin van de week met haar leerlingen en tast af wat voor groep het is. "Als het een actieve groep is, ga ik vaak met ze naar buiten en spellen doen waardoor ze elkaar beter leren kennen en moeten samenwerken."

Belgische versus Nederlandse scholen
Antse gaf eerst jarenlang les in België. In Nederland ervaart ze enkele verschillen. Zo is er in België geen onderwijsassistent. "Daar moest ik echt aan wennen, want ik snapte die functie niet echt." In Nederland is er meer aandacht voor kinderen, en leerkrachten werken samen om problemen op te lossen. "Er wordt meer nagedacht als er een beslissing wordt gemaakt over een kind." Ook is er meer administratief werk, waardoor je als leerkracht meer betrokken bent. Antse merkte op dat Nederland meer digitale boeken gebruikt, terwijl België nog papieren boeken hanteert. Daarnaast zijn er structuurverschillen, zoals kinderen in België die in de rij staan voordat ze naar de klas gaan en ouders die toetsen aftekenen. In Nederland ligt de focus meer op het kind zelf, niet alleen op resultaten. "Je krijgt op je rapport ook een klasgemiddelde te zien en ze werken met percentages. In Nederland zijn ze gewoon meer gericht op het kind en niet alleen op het resultaat, dat merk ik ook in de contactmomenten met de ouders." Al met al is Antse tevreden met haar werk in Nederland.