Van ad interim-pastor tot kwéékende verslaggever: Een carnaval vol verrassingen!
Door Sylvia Fullinck-Cremers
Als je mij vorige week had gevraagd wat ik met carnaval ging doen, zou ik je alles hebben verteld over ons plannetje om voor de grap als ad interim-pastor en de twee nonnekes de carnavalsmis bij te wonen. Dat ik met een groep vrienden de optocht ging kijken en dat we op maandag samen gingen dweilen. Het liep ietsje anders. Zaterdag ging ik als AI-pastor naar de (overigens erg leuke) mis, en toen ik thuiskwam, kreeg ik de vraag om de carnavalsoptocht te presenteren en te verslaan voor onze lokale tv-zender, Beek TV. Zo kon iedereen die er om welke reden dan ook niet bij kon zijn, hem later terugkijken. En zo veranderde mijn planning, en stond ik de ochtend erna in het Pezerikkengat op straat. Zonder voorbereiding. Zonder script. Gewoon erin duiken en zwemmen. Nou, daar ging ik dan. Gewapend met een microfoon en een gezonde dosis zenuwen stond ik ineens midden in het feestgedruis. Gelukkig had ik Tim van Dijk als cameraman, een ervaren rot in het vak. Mijn tactiek? Breed glimlachen, Tim strak volgen en hopen dat niemand doorhad dat ik alles ter plekke improviseerde. Binnen een paar minuten stond ik tussen de Pezerikken en Pezerikinnen, ieder met een nog vrolijkere outfit dan de ander. Ik sprak een 96-jarige carnavalsheld die al tachtig jaar meedoet én smolt weg bij de aanblik van een baby van een maand oud die zijn flesje wegwerkte alsof het een biertje was. Tja, jong geleerd... Wat ik die dag besefte? Carnaval is geen feest, het is een gevoel. Een tijdelijke staat van zijn waarin alles kan en iedereen erbij hoort. Het is het enige moment in het jaar dat je buurman als zeemeermin over straat loopt en je daar niet van opkijkt. Nu ik de beelden terugkijk, voel ik nog steeds de energie en de gezelligheid. En heel eerlijk? Ik ben best een bietje wreed. Dat is Biks voor trots dat ik niet gigantisch ben gaan stotteren of op camera ben gestruikeld, trots op het eindresultaat, en vooral trots op Hilvarenbeek. Want wat hebben we het toch goed voor mekaar hier in BeeK. Dankjewel, iedereen die dit mogelijk maakte! En volgend jaar? Dan ga ik gewoon nóg beter doen alsof ik weet wat ik aan het doen ben, en beloof ik wel een stuk minder hard te kwééke!