Bert en Mia Knegselse krasse knarren per fiets naar Santiago de Compostela
ert (80) en Mia (bijna 80) Smolders fietsen de komende maand voor de derde keer naar Santiago de Compostela. Een tocht van 2400 km. Wat beweegt hen? In een tweeluik volgen we het echtpaar op de fiets.
In de fraaie bostuin, met een heerlijk kopje thee, doen Bert en Mia hun verhaal. Bert en Mia; een vrolijk, energiek echtpaar op leeftijd uit Knegsel. Terwijl de regen eindelijk met bakken naar beneden valt, vertellen ze dat ze helemaal gek zijn van fietsen. En dan vooral lange afstanden.
In de fraaie bostuin, met een heerlijk kopje thee, doen Bert en Mia hun verhaal. Bert en Mia; een vrolijk, energiek echtpaar op leeftijd uit Knegsel. Terwijl de regen eindelijk met bakken naar beneden valt, vertellen ze dat ze helemaal gek zijn van fietsen. En dan vooral lange afstanden.
Door Wim van den Haak
Voorbereiding
De voorpret bij beiden straalt ervan af. Op zaterdag 28 mei vertrekken ze, om begin juli weer terug te komen. Ze kunnen niet wachten. "We zijn goed voorbereid", zegt Bert. De fietsen (geen elektrische!) zijn tiptop in orde, en ze hebben goed getraind in het Limburgse Heuvelland. Helaas moest die tocht door pech eerder afgebroken worden dan gepland. "Geen nood," zegt Mia, "we zij er weer helemaal klaar voor." Bert pakt glunderend zijn schriftje erbij, met daarin per dag de etappes die ze willen afleggen. Gemiddeld zeventig tot tachtig kilometer per dag, met uitschieters naar honderd kilometer. De schoonzoon heeft in de fietsnavigator per dag de route ingesteld. Ook over mogelijke slaapplaatsen is uiteraard nagedacht; de eerste drie nachten zijn gereserveerd. De adressen voor de andere nachten staan in Bert's schriftje. Ze kunnen niet te veel bagage meenemen; de bepakking wordt dan ook zeer nauwkeurig afgewogen. "Wat je thuislaat, is mooi meegenomen!", grapt Bert.
Dochter
De dochter van het echtpaar woont met man en kinderen in de buurt van het Franse Clermont-Ferrand. Zij zal ergens halverwege de tocht bij Bert en Mia aansluiten om met z'n drieën, drie dagen naar Bordeaux te fietsen. "Daar verheugen we ons enorm op", aldus Bert en Mia.
Waarom voor de derde keer naar Santiago de Compostela?
De eerste keer fietsten ze naar Santiago toen ze (bijna) zestig jaar waren. De tweede keer was tien jaar geleden. Religieuze motieven om opnieuw naar deze bedevaartsplaats te gaan, spelen voor Bert en Mia geen rol van betekenis. "We genieten van het fietsen", vullen ze nog aan. Mia: "Als ik fiets, ben ik altijd blij." Ook thuis doen ze bijna alles op de fiets; de auto wordt niet vaak gebruikt. "We genieten van de uitdaging en van de mensen onderweg. We horen mooie en ook verdrietige verhalen." Verhalen ook, over mensen die er mentaal helemaal doorheen zitten en zichzelf weer proberen te vinden op weg naar Santiago. In de refugio's (herbergen) onderweg ontmoeten ze 'gelijkgestemden'. Er heerst rust en verdraagzaamheid in de herberg. "We helpen elkaar als het nodig is. We wisselen ervaringen uit", Bert kijkt hier heel voldaan bij. Op de vraag of ze nog tegen dingen opzien tijdens de tocht, moeten ze lang nadenken. "Eigenlijk niet", zo ervaart Mia, "Kamperen onderweg doen we niet meer, dat vind ik wel fijn". Het laatste stuk – vanaf de Pyreneeën tot aan Santiago de Compostela – is behoorlijk pittig; "Maar we stappen zelden af."
Afscheid
We nemen afscheid van elkaar als het gestopt is met regenen. "We hebben goede regenjassen voor onderweg, maar van een regenbroek houden we niet", zeggen ze. Ook tegen regen zien ze niet op; ze hebben er écht zin in. We spreken af om tijdens hun tocht naar Santiago de Compostela contact te houden, zodat in het volgende artikel verteld kan worden hoe het hun is vergaan.
"We hebben er al heel wat fietskilometers op zitten de afgelopen jaren", zegt Bert. "We zijn al een paar keer naar Rome gefietst en naar de Middellandse Zeekust in Zuid-Frankrijk. We hebben de Noordzeekustroute gefietst. Allemaal tochten van minstens 1500 km", vult Mia aan. Haar ogen glimmen als we praten over de tocht der tochten: de fietstocht naar Santiago de Compostela. Een tocht die ze voor de derde keer zullen rijden.
Voorbereiding
De voorpret bij beiden straalt ervan af. Op zaterdag 28 mei vertrekken ze, om begin juli weer terug te komen. Ze kunnen niet wachten. "We zijn goed voorbereid", zegt Bert. De fietsen (geen elektrische!) zijn tiptop in orde, en ze hebben goed getraind in het Limburgse Heuvelland. Helaas moest die tocht door pech eerder afgebroken worden dan gepland. "Geen nood," zegt Mia, "we zij er weer helemaal klaar voor." Bert pakt glunderend zijn schriftje erbij, met daarin per dag de etappes die ze willen afleggen. Gemiddeld zeventig tot tachtig kilometer per dag, met uitschieters naar honderd kilometer. De schoonzoon heeft in de fietsnavigator per dag de route ingesteld. Ook over mogelijke slaapplaatsen is uiteraard nagedacht; de eerste drie nachten zijn gereserveerd. De adressen voor de andere nachten staan in Bert's schriftje. Ze kunnen niet te veel bagage meenemen; de bepakking wordt dan ook zeer nauwkeurig afgewogen. "Wat je thuislaat, is mooi meegenomen!", grapt Bert.
Dochter
De dochter van het echtpaar woont met man en kinderen in de buurt van het Franse Clermont-Ferrand. Zij zal ergens halverwege de tocht bij Bert en Mia aansluiten om met z'n drieën, drie dagen naar Bordeaux te fietsen. "Daar verheugen we ons enorm op", aldus Bert en Mia.
Waarom voor de derde keer naar Santiago de Compostela?
De eerste keer fietsten ze naar Santiago toen ze (bijna) zestig jaar waren. De tweede keer was tien jaar geleden. Religieuze motieven om opnieuw naar deze bedevaartsplaats te gaan, spelen voor Bert en Mia geen rol van betekenis. "We genieten van het fietsen", vullen ze nog aan. Mia: "Als ik fiets, ben ik altijd blij." Ook thuis doen ze bijna alles op de fiets; de auto wordt niet vaak gebruikt. "We genieten van de uitdaging en van de mensen onderweg. We horen mooie en ook verdrietige verhalen." Verhalen ook, over mensen die er mentaal helemaal doorheen zitten en zichzelf weer proberen te vinden op weg naar Santiago. In de refugio's (herbergen) onderweg ontmoeten ze 'gelijkgestemden'. Er heerst rust en verdraagzaamheid in de herberg. "We helpen elkaar als het nodig is. We wisselen ervaringen uit", Bert kijkt hier heel voldaan bij. Op de vraag of ze nog tegen dingen opzien tijdens de tocht, moeten ze lang nadenken. "Eigenlijk niet", zo ervaart Mia, "Kamperen onderweg doen we niet meer, dat vind ik wel fijn". Het laatste stuk – vanaf de Pyreneeën tot aan Santiago de Compostela – is behoorlijk pittig; "Maar we stappen zelden af."
Afscheid
We nemen afscheid van elkaar als het gestopt is met regenen. "We hebben goede regenjassen voor onderweg, maar van een regenbroek houden we niet", zeggen ze. Ook tegen regen zien ze niet op; ze hebben er écht zin in. We spreken af om tijdens hun tocht naar Santiago de Compostela contact te houden, zodat in het volgende artikel verteld kan worden hoe het hun is vergaan.